Wetenschappelijk kader

Met onze forensische behandeling willen we voorkomen dat een cliënt hervalt in het plegen van misdrijven. Om daaraan tegemoet te komen vertrekken we vanuit het Risk-Need-Responsivity (RNR) Model van Andrews & Bonta waarvan wetenschappelijk onderzoek uitgewezen heeft dat het behandeleffectief is. Zo werken we via risicomanagement en hervalpreventie toe naar een veilige terugkeer van onze cliënten naar de maatschappij en dat aan de hand van drie basisprincipes: Risk (risico op herval), Need (behandelnoden) en Responsivity (aangepast aan de vaardigheden, leerstijl en de eigenheid van de cliënt).

  1. We schatten in in welke mate iemand een risico op herval in delictgedrag vertoont (Risk).
  2. Vervolgens werken we in op de factoren die verband houden met delictgedrag (Need).
  3. Ten slotte respecteren we ook de mogelijkheden en beperkingen van de cliënten door middel van een geïndividualiseerd aanbod (Responsivity).

We trachten onze patiënten zo veel mogelijk sterktegericht te benaderen en de focus te leggen op de persoon als geheel. Zo werden elementen van het Good Lives Model (Ward), waarvan de effectiviteit bij seksuele delinquenten is aangetoond, geïntegreerd in het therapeutisch programma (bv: therapie “mijn positief levensplan”).

SEO

Op Diga werd tevens gekozen om in te zetten op emotionele ontwikkeling binnen de bejegening van de patiënten. Hiervoor wordt beroep gedaan op de Orthopedagoog van de afdeling. Het instrument dat hierbij momenteel wordt gebruikt is de SEO-R² (in aanvulling eventueel met de SEO-V).

De SEO-R² (schaal voor emotionele ontwikkeling – revised²) peilt niet zozeer naar het kunnen, maar naar het aankunnen. Aan de hand van verschillende vragen bij 13 domeinen wordt in kaart gebracht in welke fase van de emotionele ontwikkeling iemand zit. Dit zegt iets over diens draagkracht en emotionele noden, over hoe stevig hij in zijn schoenen staat en in hoeverre hij nood heeft aan nabijheid en sturing van buitenaf.